30 juni, 2009

Dirk II

"Godverdegodver, eikel wat doe je nou man?!", de keeper stormt vloekend en tierend op Dirk af en duwt hem met twee handen bruut naar achteren.
Dirk kan nog net zijn evenwicht behouden en kijkt verdwaasd om hem heen.
Hij haalt zijn schouders op, en mompelt zacht "kut".
De rest van het team kijkt naar hem, terwijl ze naar de middencirkel lopen.
Iedereen kan zich wel indenken hoe klote hij zich voelt, er zegt dan ook niemand iets.

Tijdens de rust is het stil in de kleedkamer.
Dirk pakt zijn plastic bekertje thee, en nipt kleine slokjes.
Zijn hoofd is naar beneden gericht, hij ziet alleen de smerige tegelvloer.

De deur naar buiten gaat open en de trainer stapt binnen.
Dirk dwaalt langzaam met zijn blik naar boven en kijkt recht in het gezicht van de trainer.
De ogen van de trainer kijken Dirk aan.
"Je mag gaan douchen, je speelt als een krant en dat zou beter moeten."
In de kleedkamer is het doodstil.
Geen geschraap van schoennoppen over de vloer, geen gekraak van plastic bekertjes.
Dirk is nog nooit gewisseld.

Dirk kleedt zich uit.
Zijn shirt doet hij netjes binnenstebuiten alvorens hij het in de teamtas gooit.
De modder klopt hij van zijn schoenen en stopt ze in zijn schoenentas.
Hij zet de kraan van de douche aan, en alle zes de douchekoppen gaan aan.
Hij gaat onder de eerste staan en voelt het nog wat koude water over zijn hoofd gaan.
Hij balt zijn vuist en slaat tegen de muur. "Kutzooi"

Als hij klaar is in de kleedkamer, is de 2e helft al een tijdje bezig.
Hij twijfelt.
Naar huis of toch nog even kijken hoe het afloopt.
Hij besluit de afloop van de wedstrijd te bekijken.
Hij zoekt een plaats langs het veld, en hij gaat langs de afrastering van het speelveld tegenover de dug-out staan.
Het is inmiddels 1-1 en de jongens strijden voor een overwinning, maar het wil niet lukken.
Er ontbreekt iets.

De scheidsrechter fluit voor de laatste keer, en het is afgelopen.
Dirk voelt zich schuldig over het gelijkspel, en hij loopt naar de keeper.
Deze baalt zichtbaar en loopt vloekend het veld af.
Dan ziet hij Dirk, en gaat naar hem toe.
"Hé pik, balen hè! Kampioenschap kunnen we verdomme wel vergeten!", zegt hij tegen Dirk.
"Tja." Is het enige wat Dirk uit kan brengen.

"Maarre Dirk, balen.
Iedereen heeft wel eens een klotedag of een shitperiode.
Dat is nu eenmaal zo.
Zullen we het er zo nog eens over hebben onder het genot van een biertje?
Het is tenslotte maar een potje voetbal."
Dat lijkt Dirk wel een goed idee, en zijn gezicht wordt al minder somber.