30 oktober, 2010

Bonuspapa

Vrijdag 29 oktober 2010.

Geweldig als iemand mijn enthousiasme deelt.
Zeker als het mijn buurjongen van 12 is.
Hij kijkt gretig, zijn handen willen mijn gitaar voelen.
Zelf de snaren laten trillen in een strak staccato.
Het geluid van riffs vol van overstuurde distortion op een volume van 10 uit de rammelende versterker.
Ik leer hem de belangrijkste powerriffs en hoe hij de snaren moet dempen.
Zijn enthousiasme is los en niet meer te remmen.
De leerling gaat, in de tijd die volgt, de meester mijlenver voorbij.

Vandaag voel ik me verward.
Ik zie en hoor hem spelen.
Inmiddels een volwassen man.
Hij probeert zich te concentreren.
Zijn nummer op gitaar voor een volle zaal.
Hij mist soms wat noten.
Het is mooi, gevoelig vooral.
Het is voor het eerst dat ik een traan voel opkomen.
Een kleur van geluid uit een zwart glanzende akoestische Fender.
Zijn zwarte jasje, dasje, zijn zwarte sluike haar.
Hij heeft zijn hoedje eerder afgezet.

Ik wil hem hier niet horen.

Ik wil hem horen in een donker zaaltje.
Vanaf een podium.
Zoals ik hem eerder zag, met een biertje in mijn hand.
Met naast mij zijn trotse ouders.
Zijn lieve moeder en geweldige bonuspapa.
Met zijn broer, die een geweldige stem blijkt te hebben, in hun band.
Hard scheurend en solerend op zijn gitaar.

Ik, en zeker hij, wil hier niet zijn.

Mijn gedachten zijn de hele week bij zijn moeder, bij hem en zijn broer.
Ik vraag me af hoeveel leed mensen moeten dragen.
Dat het zijn bewuste keuze is geweest.
Dat hij niet meer verder wilde.
In de afscheidsbrief zelfs een grapje.
De afscheidsbrief van zijn bonuspapa.
(Arno, Rust in Vrede)

Na de dienst, kom ik hem tegen bij de garderobe.
Allebei op zoek naar de rookwaar in onze jassen.
Ik geef hem een knuffel en vertel dat ik het ontzettend mooi vind wat hij speelde.
Hij is niet tevreden en zegt dat het zoveel mooier kon zijn.
Ik blijf zeggen dat ik het heel mooi vind.

Bij het afscheid nemen wederom een knuffel.
En sterkte, en alle goeds en alles wat ik hem, zijn broer en moeder wensen kan.
Het mooiste wat hij tegen mij zeggen kan, spreekt hij uit.
"Zullen we weer eens afspreken om samen gitaar te spelen?"